Onderzoekslijn 2: Morele leerprocessen binnen samenwerkend leren

Onderzoeksvragen

  1. Op welke wijze kan het professionaliseringstraject pedagogische sensitiviteit van leerkrachten duurzaam geborgd worden in de school?
  2. Welke morele vragen, spanningen en dilemma’s komen leerkrachten tegen en hoe gaan zij hiermee om wanneer zij samen leren met collega’s?
  3. Op welke wijze stimuleert het voeren van kritisch reflectieve gesprekken het moreel leren door leraren?
  4. Hoe ervaren leerkrachten de bijdrage van moreel leren aan de ontwikkeling van pedagogische sensitiviteit?

Morele leerprocessen

Deze onderzoekslijn heeft betrekking op het proces van onderzoek in communities of practice (COP’s) en de morele leerprocessen die daarmee gepaard gaan. Door het werken in COP’s hebben professionals een actieve rol als onderzoeker in hun eigen werkpraktijk. Hierdoor worden de resultaten als vanzelfsprekend ingebed in die praktijk en vinden er directe lussen van interactief leren plaats tussen de diverse betrokkenen, zoals tussen ‘onderzoekende professionals’ (van scholen en praktijkinstellingen) enerzijds en ‘professionele onderzoekers’ (van hogescholen en universiteiten) anderzijds.

Een belangrijk uitgangspunt van collaborative action research is dat kennisconstructie plaatsvindt in de praktijkcontext en in kritische dialoog tussen belanghebbenden (Jacobs, 2010; Houweling, 2011; Houweling, Kuiper & Letiche, 2010; Wenger, 1998; Senge et al, 2008). In de gekozen opzet vindt onderzoek en ontwikkeling in de praktijk en in nauwe samenwerking tussen leerkrachten, leerlingen, ouders en onderzoekers in de zogeheten COP’s plaats. Het gaat om morele leerprocessen waarin deelnemers met elkaar in beraad gaan over de vragen die zij tegenkomen in hun werkpraktijk.

Hoe deze kennisconstructie en leerprocessen tot stand komen en hoe COP’s bijdragen aan de ontwikkeling van duurzame scholen, zal worden onderzocht in deze onderzoekslijn.